Denemarken

Figuur 1: Regio's van Denemarken


In dit gedeelte van de blog zal ik informatie geven over Denemarken. Met name over de geschiedenis, demografie, topografie, klimaat en de Deense cultuur.









Geschiedenis en politiek
geschiedenis
Het stadje Ribe werd reeds in 710 gesticht en is daarmee het oudste stadje van heel Scandinavië.
Denemarken werd in het tijdperk van de Vikingen in de 10e eeuw verenigd door koning Harald Blauwtand († 985), die de mensen tot het christendom bekeerde.
1445- Kopenhagen werd de hoofdstad van Denemarken.
1397- Koningin Margaretha I bracht de Unie van Kalmar tot stand, waardoor Denemarken, Noorwegen, Zweden, Finland, de Faeröer, IJsland, en Groenland onder het Deense koningshuis verenigd werden.
1523- Einde unie met Zweden.
1814- Einde unie met Noorwegen.
1940 tot 1945- Denemarken werd bezet door nazi-Duitsland.
1944- IJsland werd op 17 juni 1944 onafhankelijk.
1973- Denemarken treedt toe tot de Europese Unie.


Staatsinrichting
Denemarken is een constitutionele monarchie, welke wordt geregeerd volgens de grondwet van 1953.
Het staatshoofd is sinds 1972 koningin Margaretha II.
De wetgevende macht wordt bekleed door de monarch (die ook staatshoofd is) samen met het parlement, het Folketing.
Het parlement bestaat uit één kamer met 179 direct gekozen leden en wordt samengesteld door een combinatie van een districtenstelsel en evenredige vertegenwoordiging.
Sinds 1909 heeft geen enkele partij de absolute meerderheid gehad. De huidige regering bestaat uit een centrum-rechtse coalitie die regeert met gedoogsteun van de Deense Volkspartij.
De uitvoerende macht wordt uitgeoefend door de monarch en door zijn of haar ministers, die door de eerste minister worden geleid.
De eerste minister is tevens het regeringshoofd.
Het kabinet van ministers is verantwoording schuldig aan de Kamer en moet de steun van de meerderheid van de Kamer hebben. Parlementsleden die tot minister worden benoemd blijven lid van het parlement.


Bestuurlijke indeling
Bestuurlijk was Denemarken tot 2007 verdeeld in 13 provincies (270 gemeenten) en één autonome stad, Kopenhagen. Lokale en regionale overheden hadden een grote mate van autonomie, die reeds was gegarandeerd in de grondwet van 1849.
De Denen beschouwen de lokale autonomie als een van de meest verregaande in de wereld.
Sinds 1 januari 2007 bestaat Denemarken uit 5 regio's en 98 gemeenten, dit is te zien in figuur 1.

Demografie
Geografie
Denemarken heeft een totale oppervlakte van 43.094 km², iets groter dan Nederland en bijna anderhalf keer zo groot als België, en bestaat hoofdzakelijk uit een groot deel van het schiereiland Jutland en de drie grote eilanden Funen, Seeland, en Lolland, die samen met tal van kleinere eilanden de Deense archipel vormen. Van de 5.500.510 (2009) inwoners leeft het grootste deel in stedelijke gebieden. De bevolkingsdichtheid bedraagt 127,6/km² (2009).
Denemarken is wel aan het groeien, de bevolkingsgroei is 0,251%. De levensverwachting van een Deen is ruim 78 jaar.


Religie
In Denemarken is er net zoals in Noorwegen, IJsland en Liechtenstein sprake van een staatskerk.
Het aantal Denen dat lid is van de staatskerk neemt jaarlijks met zo'n 0,6% af. Per 1 januari 2010 behoorde 80.9% van de Denen toe tot de Folkekirke, de gevestigde Evangelisch-Lutherse kerk.
In Kopenhagen was in 2010 65% van de bevolking lid van de Folkekirke. 4% van de bevolking is moslim.

Bezienswaardigheden
Enkele bezienswaardigheden in Denemarken die de moeite waard zijn:
- Dyrehavsbakken, het oudste attractiepark ter wereld, geopend in 1583
- Amalienborg, het koninklijk paleis te Kopenhagen, gebouwd in 1750
- Legoland in Billund, het oudste park van Lego, geopend in 1968
- Christiania, anarchistische enclave nabij de haven van Kopenhagen sinds 1970, met circa 1000 inwoners en 750 000 bezoekers per jaar
- Het standbeeld van de Kleine Zeemeermin in Kopenhagen

Taal
De taal in Denemarken is Deens, een Noord-Germaanse taal met een aantal duidelijk onderscheiden dialecten. Een minderheid in Zuid-Jutland spreekt Duits. De belangrijkste immigrantentalen zijn het Turks, Urdu, Arabisch, Servo-Kroatisch, Faeröers, Zweeds en Noors.


Sport
Voetbal en handbal zijn de populairste sporten van Denemarken. Het niveau van de hoogste handbaldivisie in Denemarken is toonaangevend voor de rest van Europa. De SAS Liga is de hoogste voetbaldivisie van Denemarken, hierin komen 12 clubs tegen elkaar uit. Door de lange kustlijn zijn watersporten goed mogelijk en worden dan ook veel beoefend. Denemarken is dankzij het vlakke landschap een echt fietsland, wielrennen is dan ook een veel beoefende sport. Vanwege de lange winters zijn zaalsporten ook erg populair.


Topografie
Denemarken is het zuidelijkste Scandinavische land. Denemarken omvat het grootste deel van het schiereiland Jutland en ongeveer 405 eilanden. Als deel van de Europese Vlakte bestaat het land bijna volledig uit laagland. Meer dan 65% is gecultiveerd.
Het grootste deel van Denemarken wordt gevormd door het schiereiland Jutland. De hoofdstad ligt op het grootste van de Deense eilanden, Seeland, dat door een smalle zeestraat, de Sont, van Zweden gescheiden is. Kopenhagen is met het Zweedse Malmö verbonden met de Sontbrug en -tunnel.
Ook de eilanden Funen (per brug, spoorbrug en tunnel verbonden met Jutland en Seeland), Langeland, Falster, Lolland en Bornholm behoren tot Denemarken. Er zijn plannen om Lolland door middel van een brug met Duitsland te verbinden.
De grens met Duitsland in het zuiden is de enige landgrens van Denemarken, deze landgrens is 67 kilometer lang. Ten westen ligt de Noordzee, het Skagerrak ligt ten noorden en het Kattengat en de Oostzee liggen ten oosten. In het midden van Jutland is men het verst verwijderd van de kust, namelijk 52 kilometer. De kustlijn van Denemarken, exclusief Faeröer en Groenland, heeft een totale lengte van 7314 km.
Gudenåen in Jutland, 158 kilometer lang, is de langste rivier in Denemarken.
Het hoogste punt is Møllehøj bij Skanderborg, dat 170,86 meter boven zeeniveau ligt.

De Deense landhuizen zien er Hollands uit. Tijdens de bloeiperiode van Denemarken, de Deense Gouden Eeuw, werden bouwmeester uit de Lage Landen aangetrokken om adel en konigshuis te helpen aan kapitale panden in enen onmiskenbaar Nederlandse stijl, die wel de baksteenrenaissance wordt genoemd.

Onderwijssysteem
Financiering
Denemarken investeert naar verhouding veel in het onderwijs, namelijk 15,3 % van de totale overheidsuitgaven. Verschillende instanties betalen het onderwijs, de centrale overheid bekostigt gratis basisscholen. De provincies financieren het secundair onderwijs, volwassenenonderwijs en beroepsopleidingen op het gebied van sociaal werk en gezondheid. De gemeenten betalen het basisonderwijs. Praktisch al het onderwijs is gratis, studenten ontvangen een maandelijkse studietoelage van maximaal €589,-


Voorschoolse kinderopvang
Voordat de kinderen naar het basisonderwijs gaan, kunnen ze worden opgevangen in crèches (tot drie jaar), kleuterscholen (vanaf drie jaar), instanties voor opvang van peuters en kleuters (vanaf een jaar) en in een klas ter voorbereiding op het basisonderwijs. In deze voorbereidende klas zitten gemiddeld 19,8 leerlingen in de leeftijd van vijf en zes jaar. Tweederde van de voorschoolse opvang valt onder de gemeenten is gratis; eenderde wordt tegen betaling aangeboden door privé-instellingen.


Primair onderwijs en onderbouw secundair onderwijs
De Follkeskole (7-16/17 jaar) is de Deense basisschool, die overeenkomt met de basisschool en de onderbouw van het voortgezet onderwijs in Nederland. Deze school duurt negen jaar, of tien voor de leerlingen die na het negende jaar nog niet aan hun vervolgopleiding willen beginnen.
De leerlingen op de Folkeskole hebben weinig examens en blijven praktisch nooit zitten; een belangrijk doel is dat kinderen van dezelfde leeftijd bij elkaar in de klas blijven zitten.
Pas in de negende en tiende klas wordt een (niet verplicht) examen aangeboden om het niveau van de leerling te bepalen.

De leraren werken in teams en delen een aantal klassen met elkaar. De lessen worden gegeven door drie tot vijf leraren, maar iedere klas heeft één klassenleraar. De mogelijkheden van de individuele leerling vormen het uitgangspunt en waar nodig kunnen leerlingen les krijgen in kleine groepen. De klassen acht tot en met tien kunnen zij ook volgen op een kostschool.


Bovenbouw secundair onderwijs
Na het basisonderwijs gaan vrijwel alle leerlingen naar een school voor secundair onderwijs (vanaf 16/17 jaar): 41 procent gaat naar een beroepsopleiding, 53 procent volgt voorbereidend wetenschappelijk onderwijs.

Algemeen
Het gymnasium is een driejarige opleiding, afgesloten met een examen (studentereksamen).  De leerling kan een talen- of exacte richting kiezen. Er zijn 150 gymnasia, waaronder twintig privé-scholen. Van de leerlingen zit 4,5 procent op een privé-school. Na het gymnasium kan de leerling zich inschrijven aan de universiteit of hogeschool.

Beroepsonderwijs
Het beroepsonderwijs kent drie keuzerichtingen:

• beroepsonderwijs en training;
• maatschappelijke zorg en gezondheidszorg;
• landbouw, handel en de zeevaartschool.
Deze programma’s combineren theoretisch onderwijs op school met praktijkervaring op de werkvloer.

Individueel onderwijs
Jongeren die niet naar het hoger secundair onderwijs willen, kunnen aan de hand van hun eigen wensen
een twee- tot driejarige opleiding volgen

Tertiair onderwijs
Iedereen die het hoger secundair onderwijs met succes heeft afgerond kan zich inschrijven aan de universiteit of hogeschool. Alleen voor de richtingen geneeskunde en onderwijs is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar.
Er zijn ruim 175 hogescholen, waar de student kan kiezen uit twee niveaus:
- tweejarige opleiding aan een hogeschool;
- vierjarige opleiding aan een hogeschool, bijv. lerarenopleiding.
Verder zijn er elf universiteiten; vijf met meerdere faculteiten en zes gespecialiseerde universiteiten in techniek, onderwijs, farmacie, diergeneeskunde en economie.


Klimaat, neerslag en bodemvruchtbaarheid
Denemarken heeft een gematigd zeeklimaat. In februari schommelt de temperatuur rond de 0 °C, gemiddeld valt er 600 mm neerslag per jaar.
De droogste periode is tussen eind april en begin juni. Als de wind 's winters uit het oosten waait, kan het tot -31 °C worden. 's Zomers kan de temperatuur door diezelfde oostenwind oplopen tot meer dan 35 °C.
De westenwind overheerst en is vaak krachtig genoeg is om koude luchtstromingen uit de polaire streken het grootste deel van het jaar tegen te houden. Februari is daarbij de koudste maand. De winter duurt alleen wel vrij lang. In de zomer schommelen de temperaturen tussen de 18 en 25 °C. In de nachten koelt het wel sterk af door de wind. De aangenaamste periode loopt van eind mei tot half september. Dan zijn de dagen nog lang en de nachten aangenaam koel.
De wind uit de Noord-Atlantische Oceaan zorgt gewoonlijk voor een vrij mild klimaat, maar wanneer de Oostzee met ijs bedekt raakt, worden warme wateren afgesneden en is de winter streng.

Economie
Denemarken was voor lange tijd hoofdzakelijk een landbouwland, maar na 1945 breidde het land zijn industriële sector drastisch uit. Hierdoor draagt deze tegenwoordig meer dan 25% bij aan het bruto binnenlands product en de landbouw minder dan 5%. Toch heeft Denemarken zijn landelijke karakter grotendeels behouden, de handel en de vervoerssector zijn ook belangrijke voor de economie van het land. in 2005 was de koopkracht per hoofd van de bevolking de op vijf na hoogste ter wereld.
De belangrijkste landbouwproducten van Denemarken zijn wortelgewassen en graangewassen, daarnaast is er veeteelt en een grote visindustrie.
De belangrijkste exportproducten van Denemarken zijn landbouwproducten en industriële machines, teak en eiken meubilair, vlees, vis en metalen.
De belangrijkste importproducten zijn machines, metalen, motorvoertuigen en brandstoffen.

In figuur 2 is het verloop van de werkloosheid in Denemarken van de afgelopen jaren te zien. Tot voor de laatste twee jaren daalde de werkloosheid sterk, maar de afgelopen twee jaar is de werkloosheid weer groter geworden.



Figuur 2: verloop werkloosheid Denemarken 2003-2011


In Denemarken is er geen wet die het minimumloon of de arbeidsduur vastlegt. Alle werkafspraken worden gemaakt door middel van onderhandelingen tussen werkgever en werknemer. De gemiddelde Deen blijft ook niet lang hetzelfde werk doen. Gemiddeld werkt een Deen acht jaar bij eenzelfde bedrijf maar hij blijft eigenlijk nooit op dezelfde afdeling of divisie werken.Verliest een Deen zijn baan dan krijgt hij 90 procent van zijn laatste inkomen als uitkering, 4 jaar lang. Mensen die geen werkloosheidsverzekering hebben kunnen een beroep doen op gemeentelijke sociale hulp die gericht is op het zoeken van een nieuwe baan. Men heeft alleen recht op een werkloosheidsuitkering als men minstens 52 weken gewerkt heeft in de afgelopen 3 jaar. En tijdens de eerste 6 maanden moet men verplicht een activeringsprogramma voor nieuw werk en een opleiding of stage in een onderneming volgen. Na maximaal 3 jaar krijgt de werkloze werk wat niet geweigerd kan worden, anders verliest hij zijn recht op een uitkering. Het verschil tussen de hoogste en laagste lonen in Denemarken is veel minder groot dan in ander landen. De sociale voorzieningen in Scandinavië zijn ook een van de beste ter wereld. Wel levert dit hoge belastingen op in Denemarken, ongeveer 63%.

Dagelijks leven
Cultuur
Denen zijn over het algemeen een gastvrij en openhartig volk. Echt Deense folklore komt je niet echt op straat tegen, alleen als de gelegenheid er toe is zoals bij bijvoorbeeld een jaarmarkt. Verder is het te zien bij de mensen thuis. Er zijn wel folkloristische dans- en zanggroepen, er zijn klederdrachten maar ook dat is alleen te zien op jaarmarkt en speciale evenementen.

Denen hebben vaak dezelfde achternamen. Daarom wordt de achternaam ook vaak aangegeven met een vermelding van de plaats van wonen.

Het is gebruikelijk om iets mee te nemen voor het gastgezin, bonbons of een bloemetje. Geel is voor aankomst, rood bij vertrek en wit bij bijzondere gelegenheden. Als snel krijg je van Denen alcoholica aangeboden en moet er getoost worden. Dan is het ook een plicht om 'skal!' te roepen naar de gastheer en de gastvrouw. Ook na het eten wordt er weer getoost. Na de maaltijd volgt er nog veel koffie.
Bij het weggaan wordt er 'farvel' gezegd een aantal keer. Dit gebeurd met een gebaar met de handen alsof ze bijna blij zijn dat je weg gaat. Dit is vriendelijk bedoeld. Later nog bellen om te bedanken is heel normaal en als je de gastvrouw tegenkomt is nogmaals bedanken ook gewoonlijk. Denen leven en werken graag in groepsverband, dit zit er al van oudsher in.  Samen viert men feest, niet in huiselijke kring maar buiten in het open veld. Samen zingen Denen de oude volkswijsjes, samen voeren ze een toneelstukje op of brengen ze cabaretvoorstellingen. Alles voor de gezelligheid. Bij de steden heb je de volkstuintjes voor de stedelingen.
In Denemarken mag er in openbare gebouwen en ruimten niet gerookt worden. Maar in Denemarken zijn ze veel vriendelijker in het handhaven ervan, er worden niet snel boetes uitgedeeld.

Etenstijden
Lunchen gebeurt om 12:00 uur en het avondeten is tussen 18:00 en 20:00 uur. In de meeste restaurants sluit de keuken om 21:00 uur. Ontbijten doen Denen altijd thuis, daarom zijn er 's ochtends vaak ook geen eetgelegenheden open. Brunchen is dan wel weer een mogelijkheid.

Keuken
Denemarken is niet een land dat bekend staat om bepaalde gerechten. Culinair gezien is het geen land waar je speciaal voor het eten naartoe gaat. Wel zijn er een aantal bijzondere gerechten te noemen. Het ontbijt is vaak het uitgebreidst. Met kaas, fijne vleeswaren, ontbijtvlokken, wienerbrǿd. Het zijn Deense luxebroodjes die bestaan uit bladerdeeg gevuld met amandelspijs, kaneel, kardemom, pecannoten, amandelen enzovoorts. Het is een zoet broodje. Dan is er nog smǿrrebrǿd, de nationale lunch. Sneetjes roggebrood met boter en dan met veel haring, gerookt vlees, gerookte paling, nepkaviaar, schijfjes hardgekookt ei, zure bietjes en uitjes erop. Bij deze lunch hoor je in Denemarken bier te drinken of aquavit.

Media
Denen lezen graag de krant. De grootste drie kranten in Denemarken zijn de Berlingske Tidende, Jyllands-Posten en de Politiken. De eerste krant werd gedrukt in 1666. Sinds 2001 worden een hele reeks dagbladen gratis uitgegeven, maar de grote kranten hebben weinig lezers verloren daardoor. Ook de tijdschriften worden populairder.

Bronnen
http://nl.wikipedia.org/wiki/Denemarken
http://www.indexmundi.com/nl/denemarken/werkloosheidspercentage.html